Alting, M., & Broen, G. d. (1697). Pars II. et III. Frisiae Libera à Flevo in Lavicam quae Osteresia, atque hinc in Amisiam, quae Groningana cum Transvechtana Dicione Episcopatus Trajectini. Post eluviones seculi XIII: Het II en III Deel van het Frije Friesland, Van't Flie tot aan de Lauwers, Ook, Welke is Oostfriesland tot aan de Eems. Groningerland Met het Overvechtsche, gehoorig onder het Bischom van Uitrecht. Naa de overstroomingen van de XIIIde Eeuwe. [S.l.: s.n.
Chicago Style CitationAlting, Menso, and Gerrit de Broen. Pars II. Et III. Frisiae Libera à Flevo in Lavicam Quae Osteresia, Atque Hinc in Amisiam, Quae Groningana Cum Transvechtana Dicione Episcopatus Trajectini. Post Eluviones Seculi XIII: Het II En III Deel Van Het Frije Friesland, Van't Flie Tot Aan De Lauwers, Ook, Welke Is Oostfriesland Tot Aan De Eems. Groningerland Met Het Overvechtsche, Gehoorig Onder Het Bischom Van Uitrecht. Naa De Overstroomingen Van De XIIIde Eeuwe. [S.l.: s.n, 1697.
MLA CitationAlting, Menso, and Gerrit de Broen. Pars II. Et III. Frisiae Libera à Flevo in Lavicam Quae Osteresia, Atque Hinc in Amisiam, Quae Groningana Cum Transvechtana Dicione Episcopatus Trajectini. Post Eluviones Seculi XIII: Het II En III Deel Van Het Frije Friesland, Van't Flie Tot Aan De Lauwers, Ook, Welke Is Oostfriesland Tot Aan De Eems. Groningerland Met Het Overvechtsche, Gehoorig Onder Het Bischom Van Uitrecht. Naa De Overstroomingen Van De XIIIde Eeuwe. [S.l.: s.n, 1697.